Programma's

Programma 2. Ruimte

Omgevingswet
Op 1 januari 2024 is de Omgevingswet in werking getreden. Net als vele andere gemeenten bevinden wij ons nog in een fase van transitie naar het werken in overeenstemming met de Omgevingswet.

Onze omgevingsvisie is nog niet in de vereiste STOP-TPOD standaard gemaakt en ten tijde van het vaststellen ervan hoefde dit ook nog niet. Bij de eerstvolgende wijziging van de visie, zal deze wel in de voorgeschreven standaard gemaakt moeten worden.

Verder is het instrument programma nog niet voldoende ‘ingeburgerd’ in onze organisatie. Zo is het wennen dat niet de raad, maar het college bevoegd is om over het vaststellen van programma’s te besluiten. Verder geldt ook voor programma’s dat het wettelijk verplicht is ze in de STOP-TPOD standaard te maken, maar dat gebeurt nog niet.  

Onze nieuwe software voor het maken van het omgevingsplan en andere omgevingsdocumenten (visie en programma's) werkt naar tevredenheid. We kunnen stappen maken met het omgevingsplan. Hiervoor is het ook nodig dat we beschikken over een regelanalist en geo-specialist. De eerste wijziging van het omgevingsplan voor een ontwikkeling volgt binnenkort.

Tot nu toe werkten we aan ontwikkelingen mee door een ander instrument te benutten: de vergunning om af te wijken van het omgevingsplan ook wel vergunning voor de buitenplanse omgevingsplanactiviteit genoemd, afgekort de Bopa.  

Vaak worden voorafgaand aan de formele procedures, conceptaanvragen ingediend. Gelet op de beschikbare, ambtelijke capaciteit moeten we voor het behandelen ervan prioriteiten stellen.

De provincie werkt aan de Provinciale Omgevingsvisie (POVI). Op 24 juni 2025 hebben GS de contourenschets voor de POVI vastgesteld. Wij hebben daarop gereageerd. Dit zullen wij ook doen op de Notitie Reikwijdte en Detailniveau die GS met het oog op de te maken planMilieuEffectRapportage (planMER) voor de POVI opstellen.

We zullen het voornemen van de Provincie om de LandbouwHoofdstructuur (LHS) in onze provincie nadere duiding/richting mee te geven kritisch volgen.  

Lemmer Waterfront
Het gebied dat aangeduid wordt als Lemmer Waterfront ligt ten zuiden van de historische kern van Lemmer en is op dit moment in gebruik voor bedrijvigheid. Het is een unieke locatie dicht bij het centrum en gelegen aan het IJsselmeer.  Op 17 juli 2024 heeft de raad het voorkeursrecht gevestigd op de gronden van het Waterfront. Dit voorkeursrecht stelt ons in staat regie te voeren in de transformatie van dit gebied. Doel is een gehele transformatie van het gebied naar een bruisend gemengd gebied met wonen, toeristisch recreatieve en maatschappelijke functies en werken. We hoeven niet alle gronden in het gebied te verwerven want we streven naar een samenwerking met ontwikkelaars. Wij hebben via een projectopdracht aangegeven verder te gaan met de planvorming voor dit gebied. Eerst worden de grootste risico's van deze ontwikkeling onderzocht zoals de verwerving en de milieuzonering. Ook de ligging van het gebied buiten de IJsselmeerdijk vormt een risico. Met het oog daarop is afstemming met Rijkswaterstaat nodig. De transformatie van het gebied zal vele jaren in beslag nemen.

Ziekenhuis
Op vrijdag 16 mei 2025 kreeg eenieder kennis van het bericht van het Antonius Ziekenhuis. Zij deelden mee te stoppen met het traject richting de mogelijke fusie met Frisius en daarmee met het participeren in het verdere onderzoek naar de mogelijke nieuwbouw van het ziekenhuis op de locatie van de Driehoek Joure-Zuid. Dit bericht heeft alle betrokkenen verrast. We zullen in gezamenlijkheid met de ziekenhuizen en zorgverzekeraars, moeten spreken over de precieze betekenis van de berichtgeving van Antonius ziekenhuis Sneek.

Voor de ontwikkeling met een ziekenhuis, heeft de gemeenteraad eerder besloten voor de Driehoek een voorkeursrecht te vestigen. Met het oog op de mogelijke uitkomst van de al gememoreerde gesprekken heeft de raad besloten het voorkeursrecht voor drie jaar te bestendigen. De raad heeft dit gedaan door de omgevingsvisie partieel te wijzigen.
Met het oog op de wijziging van de visie zijn ook MC Frisius en Antonius, als belangrijke stakeholders, betrokken bij de totstandkoming van de ontwerp-wijziging van de visie. De kosten voor de onderzoeksfase van het ziekenhuis zijn meegenomen in de voorjaarsrapportage van 2024.

Eerder is de aanmelding voor de perspectiefnota 2024 voor de planvorming gehonoreerd, dit in afwachting van de te maken afspraken met de ziekenhuisbesturen. Het is wel goed op te merken dat in het gebied gasleidingen liggen. Voor de beoogde ontwikkeling zullen die verlegd moeten worden. We hebben eerder al opdracht gegeven aan de Gasunie om een alternatievenstudie uit te voeren opdat het plangebied vrijgemaakt zou kunnen worden van buisleidingen. Vanwege de verplichting tot het verzekeren van het kostenverhaal vragen we deze kosten in een later stadium (deels) terug.

Hoogspanningsnetwerk
Het project 380 kV hoogspanningsverbinding Vierverlaten – Ens is een initiatief van Tennet om een hoogspanningsverbinding tussen hoogspanningsstation Vierverlaten in de gemeente Groningen en hoogspanningsstation Ens in de gemeente Noordoostpolder aan te leggen. Het Rijk volgt hiervoor de projectprocedure op grond van de Omgevingswet. Voor het project is een ambtelijk en bestuurlijk overleg ingericht met de betrokken gemeenten, waaronder De Fryske Marren, provincies en waterschappen.
Voorbereidingen vinden plaats om tot een zorgvuldige ruimtelijke inpassing te komen. Hierbij komen verschillende ruimtelijke vraagstukken en de raakvlakken met de Lelylijn aan de orde. Uitgangspunt hierbij is dat beide projecten kunnen doorgaan zonder elkaar in de weg te zitten

Wij hebben onze eigen gemeentelijke voorkeur inmiddels al bij het Rijk naar voren gebracht, zij beslissen uiteindelijk over het tracé. Deze voorkeur betreft het tracé dat eerst ten oosten van onze gemeente loopt en pas ten zuiden van Nieuweschoot onze gemeente binnenkomt en via Oudehaske onderlangs Vegelinsoord de gemeente weer uitgaat op het kruispunt Akkrumer Rak en It Deel. Voor 1 november moet onze regio een regioadvies indienen bij het Rijk over een voorkeurstracé van de uitbreiding van de 380kV-verbinding. Het voorkeurstracé wordt vastgesteld in 2025 en het projectbesluit in 2027 of 2028.

Lelylijn
Het Rijk en Noordelijk Nederland werken sinds 2022 samen aan een Deltaplan voor Noordelijk Nederland. Doel is om door een betere OV-bereikbaarheid de sociaaleconomische situatie en leefbaarheid in Noordelijk Nederland te versterken. De Lelylijn is opgenomen in het Hoofdlijnenakkoord 2024-2028: “De aanleg van de Lelylijn wordt voortgezet, waarbij met de aanleg wordt gestart in Groningen indien dit uitvoeringstechnisch mogelijk is”. Rijk en regio hebben de afgelopen twee jaar onderzoek gedaan naar de mogelijke realisatie van de Lelylijn. Het onderzoek is eind 2024 afgerond.  De conclusie van het Rijk was dat nut en noodzaak van een Lelylijn is aangetoond, maar dat er op dit moment voor het Rijk onvoldoende zicht is op 75% van de financiering om de vervolgstap naar een MIRT-Verkenning te starten.

Rijk en regio hebben in maart 2025 afgesproken om in 2025 en 2026 te werken aan een masterplan Lelylijn. In het Masterplan worden door Rijk en regio de financieringsmogelijkheden nader onderzocht, een aantal complexe locaties verder uitgewerkt en wordt de impact van de Lelylijn over 100 jaar in beeld gebracht. Dit plan moet meer zicht bieden op de langjarige ontwikkeling van het gehele gebied en hoe de lijn kan worden ingebed in de ruimtelijke structuur van Nederland. Aanleiding voor deze tussenstap zijn twee kamerbreed aangenomen moties van Olger van Dijk c.s. Er is inmiddels gestart met de uitvoering van het Masterplan.

Het besluit van het Kabinet om een deel van de in de Rijksbegroting opgenomen middelen voor de Lelylijn aan te gaan wenden voor andere infrastructurele projecten in Nederland, heeft voor nu geen consequenties voor het opstellen van het masterplan. De uitdaging om voldoende middelen beschikbaar te krijgen blijft, maar is met de besluitvorming rond de Voorjaarsnota van het Rijk wel groter geworden.
Wij blijven ambtelijk en bestuurlijk aangesloten op het proces en leveren input voor het masterplan c.a.

Netcongestie
De komende jaren doen Liander, TenneT en andere bedrijven forse investeringen om de netcapaciteit uit te breiden vanwege de netcongestie. De projecten waarvoor deze investeringen nodig zijn, beginnen nu in uitvoering te komen. Dit heeft grote impact op de openbare ruimte en de beheerorganisatie van de gemeente. Eén op de drie straten wordt opengebroken voor aanleg van extra en zwaardere kabels. Ook worden er ongeveer 650 trafostations bijgeplaatst. De volgende projecten lopen of gaan binnenkort starten:

  • Buurtgerichte aanpak: trafo’s en extra stroomkabels voor trafo’s laagspanning. Voorbeelden hiervan zijn in Wyckel, Lemmer Noord en Balk.
  • NuLelie: uitbreiding stroomkabels (ringen om de kernen en tussen buurten).
  • Grootschalige uitbreidingen: nieuwe onderstations, regelstations, schakelstations en tussenliggende stroomkabels.

Bantega is niet de voorkeurslocatie van ministerie van Defensie voor munitieopslag.
Bantega is niet de voorkeurslocatie van het ministerie voor een munitieopslag Snel Inzetbare Capaciteit (SIC). De gemeente is er positief over dat Bantega niet de voorkeurslocatie van het ministerie is en we hebben ook een zienswijze met deze strekking ingediend. Eind dit jaar wordt er een definitief besluit genomen over de vaststelling van de NPRD en de locatie, na voorafgaande zienswijzenperiode.

Wonen
Een grote landelijke woningbouwopgave voor de komende jaren
De regionale woondeal tussen Rijk, provincie en gemeenten vormt de basis voor de lokale Fryske opgave, 17.500 woningen tot en met 2030, waarvan minimaal 1150 in De Fryske Marren. Tot 2035 blijft de woningvraag hoog, vooral door een toename van het aantal (kleinere) huishoudens en de groei van groepen met een zorgbehoefte. Ook op de lange termijn zijn er daarom aanzienlijk meer woningen nodig.

Nieuwe landelijke wetgeving volkshuisvesting
Het Rijk neemt de regie terug op de volkshuisvesting. Daartoe treedt naar verwachting in 2026 de Wet versterking regie volkshuisvesting in werking. Deze wet biedt het Rijk, de provincie en gemeenten de mogelijkheid regie te voeren op de volkshuisvesting. Gemeenten worden onder andere verplicht een huisvestingsverordening op te stellen waarin ook voor bepaalde groepen urgentie wordt geregeld. Ook wordt een gemeentelijk volkshuisvestingsprogramma verplicht, waarmee juridisch gestuurd kan worden op meer betaalbare woningen. Daarnaast komt er een meer dwingend kader voor het maken van prestatieafspraken. De wet wordt voor de zomer in de Tweede Kamer behandeld, waarna ingang is beoogd in het komende jaar. Deze landelijke wetgeving moet vervolgens op lokaal niveau uitgevoerd worden.

Onderzoek locatie permanent AZC
Het COA heeft een beroep op ons gedaan voor een mogelijk permanent AZC ergens in onze gemeente. De raad heeft een voorkeur uitgesproken om te zoeken naar meerdere kleine locaties voor een AZC. De raad heeft een startnotitie vastgesteld. Als vervolg daarop stellen we een plan van aanpak op.

Duurzaamheid
Warmtetransitie
Op 1 januari 2026 treedt mogelijk de Wet collectieve warmtevoorziening in werking. De wet zal gemeenten verplichten tot het vaststellen van een warmteprogramma. De wet verplicht ook tot 51 % publieke eigendom van warmtenetten. Daarnaast streeft het Rijk in 2026 naar de invoering van de Wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie. Deze wet geeft gemeenten mogelijkheden bepaalde gebieden verplicht aardgasvrij te maken. Hiermee kan de gemeente sturen op de warmtetransitie.

Toekomstbestendige omgeving (water en bodem sturend)
Het kabinet wil dat we rekening houden met water en bodem bij ruimtelijke ontwikkelingen. Het ‘ruimtelijk afwegingskader klimaat-adaptieve gebouwde omgeving’ van de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) is een eerste uitwerking hiervan. Voor gemeenten betekent dit dat zij bij hun ruimtelijke plannen hier rekening mee moeten houden en de klimaatimpact betrekken bij hun besluitvorming. De koers van De Fryske Marren moet hierin bepaald worden.

Circulair klimaatbeleid: versnelling en verbreding via herijking NPCE en rijk-regiosamenwerking
De transitie naar een circulaire economie wordt urgenter en minder vrijblijvend. Nieuwe wettelijke verplichtingen vanuit het Rijk en de EU – zoals producentenverantwoordelijkheid, hergebruik en materiaalvoorschriften – maken duidelijk dat gemeenten richting 2030 een grotere rol krijgen in uitvoering, monitoring en rapportage. Tegelijkertijd nemen grondstoffenschaarste en geopolitieke afhankelijkheden toe, wat de noodzaak tot circulair beleid versterkt. Dit vraagt om aanpassingen in ons gemeentelijk beleid en intensivering van regionale samenwerking, onder meer via Circulair Friesland en BouwCirculair.

In 2026 herijken Rijk en regio samen het Nationaal Programma Circulaire Economie (NPCE), gericht op versnelling van de transitie en betere aansluiting op klimaatdoelen. In sectoren zoals sector grond-, weg- en waterbouw wordt circulair sturen via Milieukostenindicator -verplichtingen steeds gebruikelijker. Ook wordt gewerkt aan normering van gerecycleerde grondstoffen (zoals 25% onder de Critical Raw Materials Act), versterkte ketensamenwerking en betere meetbaarheid via Levenscyclusanalyse en Milieukostenindicator. Rijk-regiosamenwerking is hierin cruciaal voor afstemming, kennisdeling en het opschalen van succesvolle initiatieven.

Ontwikkeling SMP (Soorten Management Plan)
Om volledigheid ten aanzien van isolatiemaatregelen te faciliteren voor onze inwoners is er een gebiedsgerichte omgevingsvergunning nodig voor bijzondere gebouw-bewonende soorten zoals vleermuizen, gierzwaluwen en huismussen die zich nestelen in spouwmuren en daken. Door deze vergunning kunnen ook daken en spouwmuren worden geïsoleerd. Het kan in totaal om 4000 huishoudens in onze gemeente gaan. Dankzij een Soortenmanagementplan (SMP) hoeven inwoners geen individueel ecologisch onderzoek (gemiddeld €5.000 per woning) uit te laten voeren, waardoor zij hun woning kunnen isoleren en zo hun energierekening substantieel kunnen verlagen. Het SMP stellen we per kern op. We beginnen daarmee in 2026. Het SMP is voor het hele gebied in het eerste kwartaal van 2028 klaar. Veel lokale bedrijven zullen naar verwachting de isolatiemaatregelen uitvoeren.

Agrarisch gebied en landbouw: transformatie, verduurzaming en innovatie
Voor Fryslân is het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) in 2024 vertaald in het Fries Programma Landelijk Gebied (FPLG). Vanuit het Friese programma werkten wij mee aan en hadden wij oog voor alle integrale opgaven zoals stikstof, CO2, veenweide, biodiversiteit en het wegvallen van de derogatie.
Met de komst van het landelijke Hoofdlijnenakkoord is het NPLG stopgezet. De provincie dus ook het FPLG beëindigd. Dit ondanks dat de opgaven er nog steeds zijn.

Wel was er vanuit het zogenaamde landelijke Transitiefonds op voorhand al een tranche beschikbaar gesteld. Het gaat landelijk om een bedrag van € 1,28 miljard in de vorm van zogenaamde maatregelpakketten. Uit deze tranche krijgt Fryslân € 180 miljoen, specifiek bestemd voor onder meer het Veenweideprogramma, investeringen in stikstofreductie door de landbouw, aanpak KPI-systematiek voor de landbouw, de bomen- en bossenstrategie en weidevogels.

De provincie is momenteel bezig met het opstellen van een nieuwe Provinciale Omgevingsvisie (P.O.V.I.). Deze visie kan een grote invloed hebben op de landbouw in Friesland, zeker in veenweidegebied. Wij brengen onze belangen actief in tijdens het proces van totstandkoming van de POVI.

Kwaliteit van bodem, water en lucht – versterking VTH-stelsel
In 2025 – en ook nog daarna – wordt een vervolg gegeven aan het in 2022 gestarte landelijke interbestuurlijk programmaplan versterking VTH-stelsel (IBP-VTH). Met het IBP-VTH wordt ingezet om de kwaliteit van de uitvoering van het VTH-milieustelsel te versterken. Het doel van het programma is het merkbaar verbeteren van de kwaliteit van de leefomgeving en het verminderen van vermijdbare schade aan het milieu.

Met de in 2025 geactualiseerde uitvoerings- en handhavingsstrategie voor de Fumo-taken worden de vergunningverlenings-, toezichts-, en handhavingsinstrumenten meer risicogericht ingezet. Met daarbij de meeste inzet op de milieubelastende activiteiten die de hoogste risico’s veroorzaken voor de kwaliteit van de leefomgeving.

Prinses Margriettunnel en de bruggen Uitwellingerga en Spannenburg
De herstelwerkzaamheden aan de Prinses Margriettunnel verlopen volgens planning en zullen eind 2025 klaar zijn. Het is echter nog onduidelijk of beide tunnelbuizen permanent opengesteld zullen worden voor het snelwegverkeer. Dat heeft alles te maken met de brug Uitwellingerga. Deze brug wordt momenteel niet meer bediend voor scheep –en pleziervaart en ook voor het lokale verkeer is de brug afgesloten (uitgezonderd fietsers en voetgangers). Er wordt nu door Rijkswaterstaat gewerkt aan een tijdelijk brugdek, hierdoor kan al het lokale verkeer weer de oversteek maken. Voor het vaarseizoen 2026 onderzoekt Rijkswaterstaat of er door het lokale verkeer gebruik kan worden gemaakt van een tunnelbuis van de Prinses Margriettunnel. Bijkomend voordeel is dan dat de tijdelijke val eruit kan zodat er ook voor de scheep –en pleziervaart geen belemmeringen meer zijn.

De MIRT verkenning voor een aquaduct op de locatie bij de brug Spannenburg is afgerond. Na lang onderhandelen tussen de provincie Fryslân en Rijkswaterstaat is het niet haalbaar gebleken om een aquaduct te realiseren. Hierdoor is het zeker dat er een nieuwe brug komt. Het is nog niet bekend wat voor type brug dat wordt. De planfase hiervoor is gestart door Rijkswaterstaat. Dit geldt ook voor de bruggen Uitwellingerga en Oude Schouw.

Heerenveen-West
In de bestuursovereenkomst Heerenveen-Skarsterlân van 2000 is afgesproken dat de uitbreiding van Heerenveen in westelijke richting mogelijk gemaakt wordt buiten de gemeentegrens van de gemeente Heerenveen. De uitbreidingsrichting ligt binnen de gemeentegrens van de gemeente De Fryske Marren. Wij hebben geconstateerd dat aan de voorwaarden van de bestuursovereenkomst is voldaan. Samen met de gemeente Heerenveen werken wij het vastgestelde Plan van Aanpak voor de gebiedsontwikkeling Heerenveen-West verder uit. De dorpsbelangen Oudehaske en Rottum zijn nadrukkelijk bij het proces betrokken.

Deze pagina is gebouwd op 09/11/2025 08:04:18 met de export van 09/11/2025 07:54:08